Wat ik hier in het Westen heb meegemaakt
Event ID: 637
29 augustus 1914
Source ID: 55
“Lieve mama!
Ik wil je even kort vertellen wat ik hier in het westen heb meegemaakt. – Voordat de opmars van het leger was voltooid, was het natuurlijk behoorlijk saai. We werden ten noordoosten van Diedenhofen uitgeladen en marcheerden door Luxemburg en staken bij Arlon de Belgische
grens over. In Etalle, ongeveer twintig kilometer ten westen van Arlon, kreeg ik op 13 augustus de opdracht om in zuidelijke richting naar Meix-devant-Virton op verkenning te gaan. Als ik bij de bosrand ten zuiden van Etalle kom, zie ik een eskadron Franse kurassiers. Ik had maar tien man bij me. Na ongeveer een half uur is het vijandelijke eskadron verdwenen en ik ga erachteraan om te zien waar het gebleven is. Zo kom ik in een enorm bergachtig bos terecht. Ik bevind me net aan de rand van het bos in de buurt van Meix-devant-Virton.
Rechts heb ik een rotswand, links een beek, daarachter een ongeveer vijftig meter breed grasveld – en dan de bosrand. Plotseling stopt mijn voorste man. Ik galoppeer vooruit om te kijken wat er aan de hand is. Net als ik mijn verrekijker voor mijn ogen houd, klinkt er een salvo vanaf de ongeveer vijftig meter verderop gelegen bosrand en van voren. Ik zag ongeveer tweehonderd tot tweehonderdvijftig karabijnen tegenover me staan. Naar links en naar voren kon ik niet, daar was de vijand – rechts de steile rotswand, dus terug. Ja, als dat zo eenvoudig was geweest. Het pad was heel smal en liep vlak langs de door de vijand bezette bosrand, maar wat hielp dat; er was niets te overwegen, dus terug. Ik was de laatste. Ondanks mijn eerdere verbod hadden alle anderen zich verzameld en vormden ze een goed doelwit voor de Fransen. Misschien is dat de reden waarom ik ben ontsnapt. Ik bracht slechts vier man terug. Deze vuurdoop was minder leuk dan ik me had voorgesteld. ’s Avonds kwamen er nog een paar mensen terug wier paarden dood waren en die te voet waren kunnen vluchten. Dat mij en mijn paard niets is overkomen, is echt een wonder.
Diezelfde nacht werd ik nog naar Virton gestuurd, maar ik kwam daar niet aan, omdat Virton door de vijand bezet was. Nog die nacht besloot divisiecommandant von Below de vijand bij Virton aan te vallen en verscheen met zijn voorhoede Ul-R. 1 aan de rand van het bos. De mist was zo dik dat je geen dertig meter ver kon kijken. Het ene regiment na het andere kwam, als in een manoeuvre, uit de smalle bospaden tevoorschijn. Prins Oskar stond op een steenhoop en liet zijn regiment, de 7e Grenadiers, langs zich marcheren, waarbij hij elke grenadier in de ogen keek. Een geweldig moment voor de slag. Zo kwam het tot de slag bij Virton, waar de 9e divisie tegen een zes keer zo sterke tegenstander vocht, zich twee dagen lang staande hield en uiteindelijk een schitterende overwinning behaalde. In deze slag leidde prins Oskar zijn regiment aan het hoofd en bleef ongedeerd. Ik sprak hem hierna, toen hij het IJzeren Kruis kreeg uitgereikt.”
Comments (0)