Getuigenis van Eerste Luitenant Lampel
Event ID: 581
02 april 1918
Source ID: 55
“Hoe Richthofen zijn 75ste neerhaalde. Door luitenant Lampel
Door luitenant Lampel (Uit de “Liller Zeitung” van 1 mei 1918)
“Gaat u zitten,” zei cavaleriekapitein Freiherr von Richthofen tegen mij toen ik me bij hem meldde in het casino: “Ordonnans, lunch.” Daar zat ik dan ineens midden in de beroemde kring van jachteskader 11, temidden van de grote kanonnen, en ik was helemaal verlegen. Het casino was een ronde barak van golfplaat, waarin je net rechtop kon staan, twee kleine raamspleetjes zorgden voor het nodige licht. Het zijn woonbarakken van de Engelse piloten, die halsoverkop zijn vertrokken. Het Richthofen-eskader is hier ook pas sinds kort ingetrokken. Boven aan tafel zit de ritmeester. Hij draagt zijn geelbruine leren broek, zijn leren vest en daaroverheen een wollen vest dat hij open heeft geknoopt, en zijn halsdoek heeft hij afgebonden. Hij komt net terug van een vijandelijke vlucht met de heren van zijn oude eskader. Het is een moordende drukte in de lucht daar voorin. Als een eskader terugkeert, vertrekt het volgende alweer om het af te lossen. Geen van de heren draagt zijn hoge onderscheidingen. Ze zitten daar heel eenvoudig in hun grijze rok; je raakt snel vertrouwd in hun kring, ze zijn allemaal bescheiden en vriendelijk, ondanks hun grote successen. De bescheidenste van allemaal is de ritmeester zelf. Hij ziet er nog heel jong uit, helemaal niet zo streng als ik me hem had voorgesteld op basis van de foto’s, en als hij je aanspreekt, glijdt er iets vriendelijks over zijn gelaatstrekken. Een tijdje zegt hij niets, dan zegt hij heel eenvoudig: “Ik heb zojuist mijn vijfenzeventigste neergeschoten.” Jeetje, ik waag een heel bescheiden felicitatie, en nu vertelt de ritmeester. “… Grappig,” zei hij, “de laatste tien die ik heb neergeschoten, hebben allemaal gebrand. Ook die van vandaag weer. Ik zag het, eerst was het een heel klein vlammetje onder de stoel van de piloot; toen het toestel vervolgens kantelde, zag ik dat de vloer onder de stoel van de piloot al volledig was weggebrand. Het bleef heel zachtjes branden toen hij naar beneden dook, en bij de landing was er beneden een enorme explosie, zoals ik nog nooit had gezien. Het was een Bristol-jager, een tweezitter, en hij heeft zich hardnekkig verzet.“ ”We waren al doodsbang geworden,“ zei luitenant Gußmann toen, terwijl hij zijn commandant een beetje verwijtend aankeek. ”Meneer de ritmeester, u bent ongelooflijk dichtbij gekomen.” “Ja,” zei Richthofen, “ik moest hem flink onder druk zetten. De waarnemer was een taaie, doorgewinterde vlieger. Een dappere kerel. Ik moest tot op vijf meter afstand komen voordat hij neerstortte, hoewel ik hem al voortdurend onder vuur had genomen met mijn machinegeweren en zeker geraakt had. En zelfs toen vloog hij nog een paar stappen op me af. Het volstond eigenlijk om het stuur heel lichtjes te bewegen om te voorkomen dat we tegen elkaar botsten.“ Op dat moment komt de adjudant door de deur. ”Ik feliciteer u zeer respectvol, heer Rittmeister…” Hij had een telegram in zijn hand. We zijn allemaal ademloos gespannen. “Zijne Majesteit de Keizer heeft genadiglijk besloten om de heer Rittmeister de Rode Adelaarorde derde klasse met kroon en zwaarden toe te kennen. Ter gelegenheid van de zeventigste luchtoverwinning, heer Rittmeister.” En nu is net de vijfenzeventigste gevallen! We springen allemaal op, de cavaleriekapitein schudt ons de hand. Hij is bijna rood geworden, heel eenvoudig en bescheiden. “Kinderen,” zegt hij, “ik heb nog niet de Rode Adelaar vierde klasse.” Als hij even later vertrekt om een nieuw vliegveld vlak achter het front te bekijken – het gaat immers vooruit aan het front – draait hij zich nog eens om en kijkt half de deur in. “Nou, jongens,” zegt hij, “als ik daar nu voor jullie sta en jullie vliegen,” – hij maakt een cirkel met zijn hand voor zijn oog – “dan wil ik kijken of jullie dapper zijn.” Als de heren daarna opstijgen, schieten ze nog drie Tommies neer. Luitenant Weiß zijn veertiende, luitenant Wolff zijn vierde en daarmee de tweehonderdvijftigste van jachteskader 11. Een ander jong eskader haalt vandaag de honderdste neer. Beide eskaders behoren tot Richthofens squadron.”
Comments (0)