Snel bezoek aan huis
Event ID: 311
Categorieën:
21 augustus 1915
Source ID: 10
“Manfred is toegewezen aan een gigantisch vliegtuig naar Oostende. Hij kijkt er erg naar uit. Het kleine vliegende fort moet een enorme hoeveelheid bommen kunnen vervoeren. De bemanning bestaat uit vijf tot zes man: twee piloten, monteurs, een machinegeweerschutter en een waarnemer. Manfred hoopt te worden ingezet tegen Engeland. Op de 21e, net nadat mijn man onverwacht was aangekomen voor een bezoek uit Gnadenfrei, kondigde Manfred zijn komst aan per telegraaf. We haalden hem om middernacht op van het spoor; hij werd vergezeld door zijn vriend, de loyale Menzke, die hij al in vredestijd in zijn eskader had gehad. Manfred was in topvorm, hij straalde en vertelde over zijn ervaringen aan het front, de ene nog interessanter dan de andere. We luisterden ademloos, geboeid door het vrije, onbelemmerde vliegleven in het Oosten, patrouillerend door het luchtruim over vele honderden kilometers, bulderend over bossen en wildernissen die misschien nog nooit het geronk van een motor boven hun hoofd hadden gehoord. Manfred ontmoette geweldige mensen in het oosten bij Rawa Ruska en maakte goede vrienden. Hij leerde veel van een luitenant Zeumer in het begin, de twee – leraar en leerling – werden één hart en één ziel, vele malen vlogen ze eindeloze routes, ’s nachts kampeerden ze onder dekens, maar meestal van hun interessante vliegtaken. In Oostende zal Manfred zijn vriend Zeumer weer zien, vertelt Manfred… Het wordt laat, Menzke heeft vrienden gemaakt in de keuken, je hoort zijn weloverwogen stem, die zo goed past bij zijn hoekige, loyale verschijning, aan het gekletter van borden en glazen. Ik weet zeker dat hij ook dankbare luisteraars heeft. Manfred, de gewaagde en populaire man die roem had vergaard op alle renbanen voordat hij zijn zinnen had gezet op vliegen, vertelt ons over Holk. Het lot had de twee samengebracht in het godvergeten Oosten. Op een dag was de pezige ruiterfiguur van graaf Holk in Rawa Ruska verschenen, hij had 50 kilometer gelopen vanaf het laatste treinstation, maar het was alsof hij gewoon een wandeling had gemaakt, hij lachte en maakte geestige opmerkingen – de pezige sportman vond zulke krachttoeren niet erg, hij had ze echt nodig. Ook in dit opzicht was hij een perfecte match voor Manfred, ze vlogen veel samen (de eerste als “Franz”, de laatste als “Emil”) en werden vaak een beetje bont, lijkt me. Hun ruiterbloed stroomde gewoon op hol. Er waren een paar dramatische momenten. Ondanks al mijn amusement voelde ik me een beetje als de “Ruiter over het Bodenmeer” toen Manfred zo luchtig vertelde hoe ze, terwijl ze over een brandend dorp met een onuitspreekbare naam vlogen, verstrikt raakten in een enorme rookkolom en plotseling – waarschijnlijk door de verminderde draagkracht van de lucht – als een steen naar beneden stortten totdat Holk, die met een ijzeren en onbewogen gezicht aan de stuurknuppel had gezeten, erin slaagde de machine een paar honderd meter boven de grond en boven de woedend vurende Russische bataljons te onderscheppen. Het was een noodlanding op het nippertje, gelukkig in een Duitse positie die de dag ervoor als bezet door de vijand was gemeld. De vleugels waren mooi doorboord door inslagen en de motor had ook een klap gekregen. De halve nacht werd doorgebracht met praten en vragen stellen; we kregen niet veel slaap deze keer. Allerlei beelden die Manfreds verhaal had opgeroepen, gingen door mijn dromen. Maar ik had nu leren begrijpen hoe het vliegen een jong, moedig persoon als Manfred kan aangrijpen en nooit meer loslaten. Manfred vertrok veel te snel. Hij had haast om naar zijn grote gevechtsvliegtuig te gaan. Het leven hier thuis gaat gewoon door.”
Comments (0)