Skip to content

MVR is beroemd

Event ID: 365

Categorieën:

Die Erinnerungen der Mutter des roten Kampffliegers Kunigunde Freifrau von Richthofen. Im Verlag Ullstein - Berlin, 1937.

19 mei 1917

50.84890767354939, 16.476310886960174
Władysława Sikorskiego 19, 58-105 Świdnica, Polen
Swidnica
Schweidnitz

Source ID: 10

Die Erinnerungen der Mutter des roten Kampffliegers Kunigunde Freifrau von Richthofen. Im Verlag Ullstein - Berlin, 1937. p. 108

“Op zaterdag, om zeven uur ’s ochtends, haalde Ilse Manfred op van de trein. Ze kwamen hier te voet naartoe. Het nieuws van zijn aankomst was amper verspreid toen een stortvloed van boeketten bloemen en kleine geschenken binnenstroomde. De hele stad leek gemobiliseerd. Ik wist hoezeer Manfred er een hekel aan had om gevierd te worden. Maar het kon niet anders, hij hield niet van zijn rol. Er ontbrak niets aan deze ovaties, noch de Wandervogel met het suizende lied van zijn luit, noch de veewacht met papieren helmen en kwasten.Het mooie weer op zondag was gunstig voor de wapenwandeling in ons huis. De straat stond zwart van de mensen. Iedereen wilde hem zien. We brachten de hele dag in de tuin door. Delegaties kwamen en gingen. Jong Duitsland – de jeugdbescherming – de lagere scholen – toespraken – serenades – toespraken – de magistraat stuurde een jonge eik, gegarneerd met maarschalk Riel rozen; militaire bands bliezen… en weer zie ik Manfred bezig met de kinderen, hoe ze zich aan hem vastklampen, hoe het hem plezier doet om naar zoveel jonge gezichten te kijken die gloeien van enthousiasme. Alleen als een van de heren betreurt dat niet alle twee- of drieduizend leerlingen hier waren om hem de hand te schudden (omdat ze niet allemaal gemobiliseerd konden worden vanwege de schoolvakantie op zaterdagmiddag), trekt er een rilling over zijn gezicht. – s Avonds konden we niet meer opstaan omdat we zo moe waren. Manfred had ook geduldig alle ansichtkaarten met zijn foto gesigneerd die kinderen en volwassenen hadden meegebracht. Toen er echter een dame aankwam met honderd kaarten tegelijk die hij moest tekenen, zei hij bruusk: “Ik teken er niet één.” Verbijsterd door deze bijna bruuske toon van weigering keek ik hem verbaasd aan. Hij legde uit, nog steeds mopperend, dat hij in een andere stad ooit was gevraagd om vijftig ansichtkaarten te tekenen. Dat had hij ook gedaan. Vervolgens keek hij vanuit zijn raam toe hoe de vijftig kaarten op straat werden verkocht. Om de proef op de som te nemen, vroeg ik toen aan de mevrouw, die gepikeerd was weggelopen, waarom mijn zoon in hemelsnaam de hele stapel had moeten tekenen. Ze antwoordde heel naïef: “Om ze te verkopen, het stuk voor 1 mark; de opbrengst kon ze goed gebruiken voor een goed doel.” – Ondanks het goede doel kon ik me niet helemaal vinden in haar methode. Omdat de stormloop maar niet ophield, nam ik mijn toevlucht tot een radicale remedie. Ik liet in de krant zetten dat Manfred was vertrokken. We reisden weg van hier – maar alleen met de auto tot Stanowitz. Manfred keek ernaar uit om een bok te schieten in het prachtige oude jachtgebied. Hij verlangde ook naar een paar dagen rust en stilte. We werden verrast door de voorbereidingen voor een feestelijke receptie zodra we het dorp binnenkwamen. De dorpelingen omzoomden de straat, gezichten keken uit alle ramen, het kasteel had zijn vlaggen uitgehangen, een schilder maakte foto’s met een belangrijk gebaar, kinderen zongen voortdurend welkomstliedjes. Ik vermoedde het ergste en bekeek Manfred vluchtig van opzij. Zijn gezicht werd steeds somberder, de weerwolken pakten zich samen. Maar voordat de wolken konden optrekken, kwam er redding in de vorm van de trouwe oude Schwanitz. De schipper en jager met zijn verweerde gezicht en twee heldere, scherpe ogen was altijd Manfreds vriend geweest; hij kende elke bocht in het bos. Een stevige handdruk – geen nutteloos woord – een korte, ferme blik – dat was het soort begroeting waar Manfred van hield. Al snel liepen ze met z’n tweeën. De struiken sloten zich achter hen. s Avonds werd de bok neergehaald. * In de schemering gaan we graag bij elkaar zitten om een dutje te doen, zoals we dat vroeger ook graag deden. Manfred vertelt me dan over zijn ervaringen en ik luister en stel geen vragen om hem niet te storen. Wat hij zegt klinkt zo fris en ongekunsteld en er zit vaak een vleugje humor in zijn toon, wat ik leuk vind. Een niet-ingewijde luisteraar zou kunnen denken dat gevechtsvliegen een niet ongevaarlijk maar wel opwindend plezier is. Ik denk dat ik er iets meer van weet, als “vliegende moeder” ben ik al te zeer vertrouwd geraakt met deze wereld. En ik zie dit: …. … “Het was een van de weinige gelukkigen die door het lot in leven is gelaten,” concludeert Manfred.”

Comments (0)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top