Skip to content

Vreselijke dag, de verschrikkelijkste dag van mijn leven.

Event ID: 395

Categorieën:

Die Erinnerungen der Mutter des roten Kampffliegers Kunigunde Freifrau von Richthofen. Im Verlag Ullstein - Berlin, 1937.

23 april 1918

49.97323642687367, 2.2927864127167634
Bertangles

Source ID: 10

Die Erinnerungen der Mutter des roten Kampffliegers Kunigunde Freifrau von Richthofen. Im Verlag Ullstein - Berlin, 1937. p. 163

“Vreselijke dag, de vreselijkste dag van mijn leven. De telefoon rinkelt onophoudelijk vanaf de vroege ochtend. Het gerucht dat Manfred bij de vijand terecht was gekomen, verspreidde zich als een lopend vuurtje. Niet alleen bekenden, maar ook volslagen onbekenden belden en wilden weten wat er waar was van de circulerende geruchten. De berichten worden steeds fantastischer. Het waren zenuwslopende uren. Rond zes uur komt er een dame naar me toe, bleek en radeloos. Ze wilde alleen maar van mij weten wat er met Manfred was gebeurd. Ze kon het nog niet geloven. Ik zou haar graag willen vergeven dat ze hier is binnengedrongen – maar – ze had het van haar dochters gehoord…. “Wat dan? Wat heb je gehoord?” De bezoekster werd bleek: “Oh, er doen allerlei geruchten de ronde in de stad” – als moeder zou ik het best op de hoogte zijn. Ik laat haar mijn telegram zien, mijn hart klopt onrustig, ik word overmand door een gevoel van afschuw… De deurbel gaat weer, een jonge officier die we kennen komt de kamer binnengestormd: “Barones – wat is er gebeurd?” vraagt hij toonloos. Ik sta daar nog steeds als uit steen, het telegram, waar ik nog steeds heilig in geloof, in mijn trillende hand. Hij leest het zwijgend, kijkt me bijna onbegrijpend aan en stamelt dat deze informatie natuurlijk de doorslag geeft. “Was het niet zo? – Dat moet het zijn! Eet met ons mee.” We proberen kalm en beheerst te blijven, onze dwaze zenuwen te bedwingen; het lukt redelijk. Tijdens het eten wordt er gemeld dat een jong meisje, een verpleegster, met Ilse wil spreken. Ze wilde ons niet storen, maar wilde in de salon wachten. De maaltijd is voorbij, mijn hart staat nog steeds onder druk. Nu even rust en eenzaamheid, even de vochtige, koele lentelucht in. Ik open de voordeur en stap de tuin in. De hak kraakt onder mijn voeten. De wolken zijn laag, zwaar van de regen; ze drukken vanaf de bergen op de daken. Er staat vee buiten bij het tuinhek. Ze turen door het hek met grote, ronde ogen. Plotseling valt het me op – luid en hoorbaar – een heldere jongensstem heeft geroepen: “Is het waar, barones, dat de heer Ritmeester is gevallen?” Mijn voet wankelde, doodsangst verlamde mijn ledematen: “Wat voor onzin kraamt u uit? De heer Ritmeester is gevangen genomen – maar niet gevallen.” Het kind volhardt, met een zielig stemmetje: “Maar het staat groot geschreven op de ring, met een dikke zwarte rand eromheen.” Ik roep uit: “Wie heeft dat gezegd? Heb je het gezien?” Het kind: “Mijn broer heeft het me verteld.” Ik haast me naar de telefoon: “De ‘Rundschau’ alstublieft!” Het is na achten, de redactiekamer is al gesloten, niemand neemt op. Ik informeer bij het postkantoor. Nee, op het postkantoor is zo’n telegram niet doorgekomen, hier is niets bekend.” Dat had aarzelend geklonken, gereserveerd? Bijna met een toon van medelijden of verdriet? – “Geef me de burgemeester, alstublieft!” En nu leer ik de vreselijke waarheid. Het was pijnlijk voor hem om me dit te moeten vertellen, maar helaas kon hij alleen maar bevestigen dat beide plaatselijke kranten extra pagina’s hadden gepubliceerd met het nieuws van de dood van mijn zoon… De stem gaat weg… Ik sta bij de telefoon, helemaal verstijfd. Dan komt het jonge meisje dat tijdens het diner was gekomen naar me toe. Zwijgend en met diep verdriet op haar gezicht overhandigt ze me een extra vel papier. Ik lees: “Kapitein Freiherr von Richthofen gesneuveld. Berlijn, 23 april 1918, officieel. Op 21 april keerde Ritmeester Manfred Freiherr von Richthofen niet terug van een gevechtsvlucht aan de Somme. Volgens de overeenstemmende observaties van zijn metgezellen en verschillende aardse waarnemers was Freiherr von Richthofen op lage hoogte een vijandelijk jachtvliegtuig aan het achtervolgen toen een motorstoring hem blijkbaar dwong achter vijandelijke linies te landen. Omdat de landing soepel verliep, hoopte men dat Richthofen ongedeerd gevangen was genomen. Volgens een Reuter bericht van 23 april is er geen twijfel meer dat Freiherr von Richthofen werd gedood. Omdat Richthofen als achtervolger niet goed geraakt kon worden door zijn tegenstander in de lucht, lijkt hij het slachtoffer te zijn geworden van een toevallige treffer vanaf de grond.” Volgens het Engelse rapport werd Richthofen op 22 april met militaire eer begraven op een kerkhof vlakbij zijn landingsplaats.” * Ik staar lang naar de pagina totdat ik me realiseer wat er staat. Manfred is dood… Mijn jongen is dood… Ik leef… Manfred is dood. * Er zijn veel telegrammen… veel, veel… Ik voel de pijn van het verlies waar een hele natie om rouwt, het vurige verlangen om te troosten. De Opperste Krijgsheer – Hindenburg, Ludendorf – de Commandant van de Luchtmacht – de Keizer van Oostenrijk. Ze staan vandaag naast ons in hun welgemeende, beknopte radioberichten en ons grote verdriet; en met hen ontelbare vreemden uit alle lagen van de bevolking. Ze denken allemaal hetzelfde: onvervangbaar – onvergetelijk – onsterfelijk! De vlag is halfstok, de zwaarden zijn neergehaald, stille vuren branden boven zijn naam. En ik weet dat ik mezelf moet overwinnen in mijn verdriet en troost moet vinden in de gedachte aan het geheel, het heilige, het eeuwige…”

Comments (0)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top